Raadhuisplein 1
Tot de bouw van het raadhuis in 1787 houdt de schepenbank van Liempde haar vergaderingen in een herberg (nu café ’t Wapen van Liempde aan het Raadhuisplein). Voor twaalf gulden per jaar huurt ze een lokaal dat als 'raetcamer' wordt ingericht. Wanneer de schepenen tot de conclusie komen dat er onzorgvuldig wordt omgesprongen met de archiefstukken, komt de gedachte aan een eigen raadhuis op. De plaats voor het nog te bouwen raadhuis is snel gevonden; een open plek bij de schutskooi, waar enkele zandwegen samenkomen die leiden naar de verschillende Liempdse gehuchten. Een eerste verzoek voor de bouw van een raadhuis wordt in 1781 aan de Staten-Generaal gedaan. Hierop wordt akkoord gegeven, op voorwaarde dat het tekort aan gelden door de Liempdenaren zelf aangevuld wordt. De regenten willen hier niet op ingaan en de bouw gaat niet door. Zes jaar later volgt er opnieuw een verzoek voor de bouw van een raadhuis. Hierop wordt een onvoorwaardelijk akkoord gegeven en in hetzelfde jaar wordt de bouw afgerond. Boven het bordes, op de frontspies, wordt het wapen van Liempde geschilderd. Het wapen wordt vergezeld door twee maagden die de gerechtigheid verbeelden. De ene maagd draagt een weegschaal, de andere een zwaard. De gemeente is zuinig op haar nieuwe raadhuis. Er ontbreekt echter nog iets: in 1788 wordt er een torentje met een klokje erin op het dak geplaatst. Dit klokje doet nu dienst als geboortjeklokje.
Het oorspronkelijk bebouwde oppervlak meet 12,5 bij 5 meter. In 1861 wordt het pand aan de achterzijde uitgebreid, zodat het verdubbelt in oppervlakte. In de jaren dertig van de twintigste eeuw zijn er plannen om het raadhuis wederom te verbouwen. Door de Tweede Wereldoorlog blijft dit plan echter liggen. Tijdens de oorlog wordt het raadhuis zodanig beschadigd dat het plan om het bestaande raadhuis zoveel mogelijk te handhaven niet te realiseren is. Het pand wordt nagenoeg geheel vernieuwd en opgebouwd in de stijl van de Delftse School. Deze stijl is erg geliefd in de na-oorlogse jaren en kenmerkt zich door eenvoud en het veelvuldig gebruik van baksteen. In 1950 wordt het vernieuwde raadhuis geopend.
Per 1 januari 1996 zijn gemeenten Liempde en Boxtel opgeheven, waarna de nieuwe gemeente Boxtel is ontstaan. Inmiddels wordt het voormalige raadhuis voor meerdere doeleinden gebruikt. Het linkergedeelte is in gebruik voor vergaderingen van de Dorpsraad en als trouwzaal. De voormalige raadszaal is nu de heemkamer van Stichting Kèk Liemt.
Aan de achterzijde is de vestiging van een bank gerealiseerd.
- Van Liemt en de Boeremèrt. Stichting KèK Liemt, 1981.
- Beschrijving gemeentelijk monument, 1998.